Het allereerste schooljaar 1911-1912

We schrijven maandag 23 oktober anno 1911: de eerste schooldag

Een groepje leerlingen, 39 in totaal, verzamelt zich op de binnenkoer van het patronaat van de Sint-Jozefparochie aan de Meuleschettestraat in Aalst. Ze zijn zich waarschijnlijk niet bewust dat ze de allereerste lichting zijn die een stiel zullen leren aan de Vrije Vak- en Ambachtschool Sint-Jozef, het latere Vrij Technisch Instituut van Aalst.

De Volksstem, 22 oktober 1911

De toegang tot de vakschool bevindt zich op dezelfde locatie als die van de Lagere Jongensschool Sint-Jozef in de Meuleschettestraat. Pastoor Willems van de Sint-Jozefparochie stichtte deze "armenschool" in 1898, zo genoemd vanwege de overwegende aanwezigheid van kinderen uit arbeidersgezinnen. Op het terrein van de parochie aan de Meuleschettestraat werd een schoolgebouw opgericht met aanvankelijk vier klaslokalen.



Het schoolgeld voor een schooljaar was vastgesteld op 25 frank. De school garandeerde dat de leerlingen dit bedrag na 3 jaar zouden terugkrijgen in de vorm van gereedschap bij het verlaten van de school, afhankelijk van hun gedrag en prestaties. Bovendien zou er jaarlijks 5 frank worden bijgedragen aan de pensioenkas ten behoeve van de leerlingen.

Gedurende de eerste tien jaar werden alle algemene vakken onderwezen in de klaslokalen van de lagere school waarvan André De Waegenaere (stichter en latere rector van het VTI) 8 jaar lang directeur én bezieler was.

Hierdoor vonden de lessen in algemene vakken plaats vóór en na de basisschooluren, waardoor de schooldag voor de toegewijde studenten van de vakschool al om 7 uur 's ochtends begon en tot 18 uur duurde!

Een uniek document uit die tijdsperiode toont het allereerste lesrooster van de school. Opmerkelijk is het grote belang dat werd gehecht aan het vak tekenen, met maar liefst 9 uur per week of anderhalf uur per dag. De algemene vakken omvatten Frans, Nederlands ("Vlaamsch"), rekenkunde, natuurkunde en gezondheidsleer, wat samen bijna 8,5 uur in beslag nam. Werktuigkunde en vakkunde kregen elk 2 uur, terwijl maar liefst 24 uur werd besteed aan praktische vorming in de werkplaatsen. Daarnaast waren er nog 6 uur gezamenlijke studie en twee sessies van lichamelijke opvoeding ("lichaamsoefeningen").

Het schooljaar begon (uitzonderlijk) op 23 oktober (vanaf 1912 op 1/10) en eindigde op 15 augustus. Daarna volgden 6 weken zomervakantie. 

Ook de vrije dagen verschilden van die van vandaag: op de feestdagen van de twee belangrijkste beschermheiligen van de school (Sint-Elooi voor de metaalbewerkers en Sint-Jozef voor de schrijnwerkers) waren de leerlingen vrij. Daarnaast was er een vakantieperiode rond Nieuwjaar, van 1 tot 8 januari, en begon de paasvakantie op Witte Donderdag, die duurde tot twee weken na Pasen. Tot slot kregen de leerlingen vrijaf op maandag en dinsdag van Aalst-kermis, de tweede week van Juli.



De eerste inschrijvingen: "Bijval boven alle verwachtingen"

De eerste inschrijvingen zijn een succes. Een te groot succes, want omdat er zovele gegadigden zijn, is het schoolbestuur meteen verplicht om selectieproeven te organiseren. Deze vinden plaats in de (latere) parochiezaal van Sint-Jozef aan de Meuleschettestraat op zaterdag 23 september 1911 om 8 uur 's morgens. 

Uiteindelijk zullen van de 51 oorspronkelijke kandidaten er 39 effectief het schooljaar aanvatten en het eerste trimester afwerken: 11 houtbewerkers, 3 smeden en 25 paswerkers.


Het eerste personeel

De fonkelnieuwe instelling start op 23 oktober 1911 met 7 leerkrachten:

  • André De Waegenaere: leraar praktische zedenleer, karaktervorming en persoonlijkheid – moedertaal en Frans – Natuurkunde en scheikunde
  • Louis Colemont: leraar praktijk in de paswerkerij en leraar vakkunde
  • Cyriel De Meester: onderpastoor van de parochie en naast zijn ambt als directeur van de Vrije Vak- en Ambachtschool is hij er ook godsdienstleraar
  • Leo De Nul: leraar in de schrijnwerkerij, vakkunde hout en vaktekenen
  • Albert De Witte: leraar praktijk in de smederij en de paswerkerij
  • Frans Schuurman: leraar rekenkunde en gezondheidsleer
  • Jozef Van de Vijver: leraar meetkundig tekenen en projectietekenen
Leo De Nul is schrijnwerker op de Gentsesteenweg, Albert De Witte is kunstsmid in de Steenstraat. Louis Colemont is elektricien en woont in Gijzegem.


De Katholieke Partij probeert garen te spinnen bij de opening van de ambachtsschool.
De Volksstem, 14 oktober 1911


Het eerste rapport

De puntenverdeling op het allereerste trimesterrapport van het allereerste jaar zag eruit als volgt:

Met "praktisch werk" konden maximaal 40 punten verdiend worden. Voor alle andere vakken en attitudes werden per onderdeel 20 punten gegeven: vlijt, gedrag, orde, godsdienst, Vlaamsche taal, Fransche taal, rekenkunde, tekenen, natuurkunde en gezondheidsleer.


De eerste infodagen


Het eerste schooljaar wordt afgesloten met, hoe kan het ook anders, de eerste infodagen avant la lettre. Op de laatste zondag van augustus was ook een redacteur van de Aalsterse krant De Denderbode te gast. "Wij wierden geleid door ruime zalen, diende tot teekenklas en eetzaal en kwamen zoo in de smederij, die als modelinrichting mag aangestipt worden (...)". De reporter steekt zijn bewondering voor het werk van de 14 à 15 jarige leerlingen niet onder stoelen of banken. "Zag men het werk niet met eigen oogen en ware het niet verzekerd uit vertrouwbare bron (...) men zou het nauwelijks kunnen geloven. (...) Men mag met fierheid zeggen, de meester der smederij mag trots zijn over den bekomen uitslag".

Van de smederij ging het naar de schrijnwerkerij: "Daar ook zagen wij allerlei werk zoals stukken gereedschap, schaven, kruis- en winkelhaken, enz. Eén voornamelijk trok de aandacht der bezoekers: het was een kruis, met pin in 't midden en langs beide zijden zwaluwstraarts vergaard, dit stuk was dicht en zuiver afgewerkt. Verders prachtige afgewerkte tafels, kassen enzovoort en dit alles ook door knapen van 14 à 14 jaar samengebracht onder leiding van een kundigen meester (...)" (Uit De Denderbode, 8 september 1912)


De eerste hoofdrolspelers

De eerste paswerkers: Désiré G., Hilaire D.R., Maurice V.L., Albert D.M., Maurice B., Victor S., Julien T., Albert V.W., Henri C., Philemon P., Alfons L., Jozef C., Valerie V.L., Frederik L., Edgard V., Frans D.T., Marcel A., Maurice T., Benoit H., Omer V.D.A., Jules L., Frans L., Maurice S., Robert D.K. en Jozef B.

De eerste smeden: Cyriel V., Edmond B., en Domien V.D.K.

De eerste schrijnwerkers: Aloïs S., Jozef D.C., Frans V.D.P., Rudolf A., Frans D., Frans B., Omer D.N., Jan V.D.V., Jan D.N., Achiel D. en Gustaaf D.T.

Tijdens het eerste schooljaar zijn er twee schoolverlaters. Op 20 januari 1912 verhuist Albert D.M. naar Brussel en op 21 februari 1912 wordt de allereerste leerling wegens slechts gedrag van de school verwijderd. 

Uiteindelijk zullen er tijdens het schooljaar 1915-1916 van deze 39 leerlingen 12 afstuderen en een eerste diploma krijgen:

  • 6 mecaniciens
  • 2 elektriciens
  • 1 smid
  • 2 schrijnwerkers
  • 1 meubelmaker
Eén van hen is Hilaire De Ridder uit Hofstade. Deze mecanicien zal starten als leraar in de Vrije Middelbare en Hogere Vakschool op 1 oktober 1922 en er blijven tot zijn pensionering op 1 september 1965.


De mis van de Heilige Geest

Op dinsdag 24 oktober 1911 zijn de eerste leerlingen van de Ambachtsschool aanwezig in de Sint-Jozefkerk aan het Esplanadeplein voor de "mis van de Heilige Geest". Tijdens deze viering werd gebeden om Gods wijsheid voor leerkrachten en leerlingen.  Het kerkgebouw en het Esplanadeplein zagen er in 1911 vermoedelijk uit zoals op deze oude postkaart. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten